Seven Notes for B-Five

Consortmuziek van Alfonso Ferrabosco the Younger en Frederik Neyrinck

Wie ooit al eens naar Ferrabosco’s Pavan on Seven Notes heeft geluisterd, weet tot wat een weemoed deze Engelsman met Italiaanse roots in staat is: triest en troostend, donker en helend. Met een melodie van slechts zeven noten die alsmaar opnieuw om haar eigen as draait, riep Ferrabosco precies dat op wat de mens telkens weer ontglipt. Een eeuwenoud verlangen: naar resonantie tussen het aardse en het bovenaardse, tussen de mens en de hemelse sferen die hem overstijgen. 

Het blokfluitensemble B-Five neemt Ferrabosco’s herfstige pavanes, geschreven op het snijpunt tussen renaissance en barok, als uitgangspunt voor een programma vol nieuwe, hedendaagse resonanties.

Componist Frederik Neyrinck schrijft speciaal voor B-Five en hun prachtige renaissance-fluiten een suite die eigenzinnig om de pavanes van Ferrabosco heen danst. Ferrabosco’s fijne lijnen, subtiele ritmes en prachtige melodische vondsten vormen het vertekpunt voor nieuwe muzikale cellen, die Neyrinck op de hem eigen manier laat evolueren in een stroom van wat herhalingen lijken – maar het eigenlijk niet zijn. De blokfluiten van B-Five wisselen tussen homogene renaissance-klanken en een volstrekt hedendaags klankenpalet. Soms dient Neyrincks muziek Ferrabosco’s pavanes van antwoord, soms vloeien beiden organisch in elkaar over en soms vallen ze elkaar abrupt in de rede. Soms met alle blokfluiten tegelijk, soms met slechts enkelen.

Frederik Vanden Eynde

Frederik Neyrinck ontpopte zich de laatste jaren als een van Vlaanderens meest prominente jonge componisten, met werken voor onder andere muziektheater (Zolang hij niet zichzelve kent, i c o n, Homo Deus Frankenstein) en kamermuziekensembles (I Solisti del Vento, Revue Blanche). Hij bewees eerder met zijn Bruegel Bilder (Transit Festival Leuven, 2016) al dat hij het blokfluitconsort op een verrassende en fijnzinnige manier aan het zingen kan brengen. Dat onderzoek zet hij met deze nieuwe compositie verder.

Deze productie kwam tot stand met de steun van de Stad Gent